Film over duurzaam varend erfgoed gepresenteerd
Op donderdag 21 augustus is tijdens Sail Amsterdam de documentaire ‘De toekomst van duurzaam varend erfgoed’ in première gegaan. De première vond plaats aan boord van stoomzeesleper Furie.
De documentaire is gemaakt door Freek Lagerweij (Jules Media) in opdracht van het Platform Duurzaam Varend Erfgoed, en is mede mogelijk gemaakt door het Cultuurfonds, het Techniek in Bedrijf Fonds, Sail Amsterdam, de FVEN en diverse behoudsorganisaties.
De openingshandeling werd verricht door Marjolein Jansen, vicevoorzitter van de Stichting Sail Amsterdam, die de stoomfluit liet klinken. In haar toespraak benadrukte zij het unieke karakter van het varend erfgoed en het belang van de deelname van circa 650 erfgoedschepen aan Sail Amsterdam.
Breed scala aan vaartuigen
De film van bijna een kwartier opent met Hans van Nispen, die laat zien wat varend erfgoed omvat: van stoere sleepboten en zeilende vrachtschepen tot sierlijke notarisbootjes.
“Op zo’n schip varen is niet alleen een ervaring voor jezelf. We voeren door de Weespertrekvaart en oudere mensen begonnen een dansje op het geluid van de industriemotor – dat is waardering.”
Josepha Kempl vertelt over haar Antilope, een zeldzaam ijzeren zeilend vrachtschip uit 1906, dat volgens haar jarenlang op haar leek te wachten: “Vanaf het moment dat dit schip in mijn leven kwam werd alles makkelijker. Ik begrijp het zelf niet, het is een gevoel, net als echte liefde.”
En Albin Glaser verklaart zijn passie voor sleepboten. Zijn eigen exemplaar uit 1909 noemt hij “één brok staal en kracht”. Voor hem is de motor het kloppend hart: “Zonder motor heb je niks. Het kost tijd, energie en geld, maar de verbondenheid maakt het alles waard.”
Verduurzaming
De film toont echter niet alleen mooie beelden en verhalen van verschillende schepen en schippers. De laatste vier minuten worden besteed aan een duurzame toekomst. Daarin wordt betoogd dat de schepen al heel duurzaam zijn, vanwege het langdurige gebruik van vaak meer dan honderd jaar, en de vele zeilschepen die immers op wind varen. Ook de opkomst van vuilwatertanks, zonnepanelen en milieuvriendelijke verf blijft niet ongenoemd. Dat komt wel enigszins over als een gelegenheidsexcuus, want des poedels kern is natuurlijk de dieselmotor die op verreweg de meeste schepen nog steeds een behoorlijk vervuilende factor is. De film betoogt echter dat die voor 90% kan worden verminderd door plantaardige diesel (HVO) te gebruiken, en spoort de overheid aan om die goedkoper te maken, en de leveranciers om het uitgiftepuntennetwerk uit te breiden. Bij een aantal schepen is de antieke motor namelijk integraal onderdeel van het erfgoedkarakter van het schip; vervanging door emissievrije alternatieven zou dat teniet doen.
Risico
Het pleidooi voor HVO bevat wel een risico, want als HVO blijvend wordt toegestaan als alternatief voor fossiele diesel, zal een groot deel van de vloot, dat niet kan bogen op een motor die onverbrekelijk met de erfgoedstatus van het schip verbonden is, de installatie van een werkelijk emissievrij alternatief vanwege de hoge kosten op de lange baan schuiven. Het lijdt echter geen twijfel, dat voor het voortbestaan van de vloot de tussenstap naar HVO een uitkomst is. Dat het hier een tussenstap betreft, komt echter in de film niet naar voren.
De komende periode zal de documentaire breed worden verspreid onder musea, behoudsorganisaties, scholen en maritieme instellingen.
De film is te bekijken via de website van het Platform Duurzaam Varend Erfgoed.