De geschiedenis van parlevinkers en proviandboten
Iedere maand plaatst Maritiem Media een artikel over een deel van Nederlands Maritieme Geschiedenis, geschreven door Jos Hubens. In januari gaat het om de geschiedenis parlevinkers en proviandboten.
Het thema van het Binnenvaartmuseum in Dordrecht in 2023 is toeleverings-bedrijven voor de binnenvaart. De historie van het niet meer bestaande parlevinkersberoep en de proviandboten wordt hierbij extra uitgelicht.
Parlevinker
De herkomst van het woord parlevinker is niet duidelijk. Wel lijkt het vast te staan dat de oorspronkelijke parlevink(er) een vogel was: een vink die zich ophield in de omgeving van een vinkenbaan, een terrein met netten waarin vinken gevangen werden. Maar vanwaar dat parle? Als verklaring wordt gewezen op de uitdrukking par l’occasion (bij toeval), gebruikt voor vinken die zelden op de baan komen en die men bij toeval te pakken krijgt. Een gedachte bij de betekenis: parlement (druk gepraat) en parlementen (kibbelen) hebben misschien ook een rol gespeeld. In vroeger eeuwen kon een parlevinker ook een kromprater zijn. Misschien was dat wel de oudste betekenis en ontstond daaruit de venter.
Een parlevinker wordt in de Van Dale omschreven als een kleinhandelaar in grutterswaren en veevoer, in het bijzonder iemand die met een bootje langs de schepen vent. Kortom, een parlevinker of proviandboot is een varende supermarkt, te vergelijken met de vroeger rijdende SRV-wagen.
Op het water
De kleine bootjes die op het water aan het venten waren, zijn aan een bepaalde kleurcode te herkennen. Bootjes van opkopers waren voorzien van een rood-wit geblokte rand. De roeiersvletten in de zeehaven die de trossen van zeeschepen aan wal brachten waren voorzien van een zwart-wit geblokte rand. Parlevinkers waren te herkennen aan een groen-wit geblokte rand rondom de proviandboot.
Lees het gehele artikel van Jos Hubens op de bron: Maritiem Media
Afbeelding: De parlevinker met roei proviandboot langszij (fotoarchief Jos Hubens)