Scheepsverhalen

Een mooie naam, voor een prachtig schip

Terence Scholtes en Inge Koomen wonen op de Lena Clazina, uit 1925. ‘We mogen er een tijdje op wonen en dan geven we hem weer door aan de volgende generatie’, zegt Terence.

‘Varen deden we al’, vertelt Terence. ‘We hadden een schip waar we mee op vakantie gingen en we woonden aan de Oude Rijn in Leiderdorp. En ik heb ook een tijdje rondvaarten gedaan. Dus iets met water, dat hadden we altijd al. Op een gegeven moment waren de kinderen groot en gingen ze het huis uit. Toen dachten we, waarom niet? Acht jaar geleden hebben we dit schip gekocht en zijn we er ook echt gaan wonen.’
Het was snel raak. De Lena Clazina was het tweede schip dat Terence en Inge bekeken. ‘We hadden er al eentje gezien van de firma Boot, die ook ons schip heeft gebouwd’, aldus Terence. ‘Die lag in België. Maar daar was al zo veel aan veranderd dat je het historische karakter niet meer terug zag. En dat wilden we toch wel graag.  Al snel kwamen we bij ‘Fios’ terecht, zoals het schip toen nog heette. Maar dat veranderden we weer terug naar de oorspronkelijke naam Lena Clazina. Een mooie naam, voor een prachtig schip.’

Verzamelplek van Goudse industrie

De Goudse Museumhaven is de vijfde van het land en bestaat sinds 1990. De havenkom en het water ernaar toe zijn historisch terrein; hier was vroeger een ‘mallegat’: een doodlopend stuk, waar schepen niet verder konden, maar wel kwamen om vracht te lossen en te laden. Langs de Turfsingel stonden een kaarsenfabriek, een garenspinnerij en andere vroege Goudse industrie. Tot in de negentiger jaren kwamen hier nog vrachtschepen. Die komen nu aan de andere kant van de IJsseldijk, want de haven ligt tegen de rivier aan. Er is ook al eeuwen een sluis, die binnen- en buitenwater met elkaar verbindt, dus afgesloten is het water al lang niet meer. De museumhaven telt inmiddels rond de twintig schepen, en in de winter is er plaats voor winterliggers, die een paar maanden mogen blijven.

Naar Berlijn en Scandinavië

‘We hebben daarnaast veel geïnvesteerd in de elektriciteit’, gaat Inge verder. ‘Ik wilde niet kamperen. Geen primitief gedoe. Er zijn schepen waarbij de wasmachine uitvalt als de waterkoker aan staat. We hebben nu een hele goede installatie. Dus daar hebben we niet op ingeleverd. We kunnen nog jaren verder. En ook de generatie na ons. Want zo zie ik het wel. Je mag hier een tijdje wonen en dan geef je het schip weer door aan de volgende generatie. Dat vraagt natuurlijk wel het een en ander qua milieu en duurzaamheid.’
Maar voorlopig wonen Inge en Terence er zelf nog. ‘We genieten elke dag’, gaat Inge verder. ‘Samen met onze drie scheepskatten. Soms valt er eentje in het water. Maar we hebben touwen opgehangen waaraan ze zich weer naar boven kunnen hijsen. De vrijheid,  gaan en staan waar je wil, tochten maken; geweldig vinden we het. Zeker nu we allebei met pensioen gaan. We hebben grootse plannen voor tochten en evenementen. De Twaalf Provinciën bijvoorbeeld vanuit Middelburg. Maar we willen ook graag een keer naar Berlijn en Scandinavië.’

Les het uitgebreidere artikel van Sanne van der Most in de Schuttevaer (alleen voor abonnees).

Foto: © Sanne van der Most