Scheepsverhalen

Hoe de D.G. Harmsen van Rijkswaterstaat een woonschip werd

Ineke Elsenburg woont samen met haar man Martin Pot op een voormalig Rijkswaterstaatschip aan de Wijnkade in het centrum van Rotterdam. ‘We genieten van het leven aan boord en van de tochten die we maken.’

‘We woonden in Berkel, in een huis. Zeilen hebben we altijd al gedaan en daarnaast hadden we al heel lang een schip, de Sperwer, waar we in de weekenden en in de vakanties heen gingen. Het leven aan boord kenden we dus al. We lagen toen ook al in Rotterdam, in de Bierhaven. Iedere keer vond ik het jammer om weer naar huis te gaan. Ik zei tegen Martin: “Hoe leuk zou het zijn om echt op een schip te wonen?” Dat heb ik maar een keer hoeven zeggen. Hij vond het meteen een geweldig plan. Onze dochters hadden inmiddels ook de leeftijd gekregen om uit huis te gaan, dus wij gooiden we het roer om en besloten aan boord te gaan wonen.’

Panorama

Ineke en Martin houden van het stadse leven.

‘De Sperwer was 22 meter en om op te wonen wilden wij iets groters. Een schip met genoeg daglicht ook, waar je echt fijn naar buiten kunt kijken. Niet met van die kleine raampjes, zoals veel vrachtschepen hebben. We hebben goed rondgekeken en verschillende schepen gezien. Maar de D.G. Harmsen vonden we toch wel heel erg leuk. Vooral omdat het schip behoorlijk origineel is. De indeling vonden we ook heel fijn en er is genoeg ruimte. Ook buiten. Daar kun je heerlijk zitten. De ramen zijn groot, we hebben echt een soort panorama-uitzicht. We hebben uitgebreid rondgekeken en zijn een keer gaan varen. En toen waren we om. Binnen 14 dagen hadden we ons huis verkocht, dat ging gelukkig heel snel.’

Spannend

‘We hebben ons schip gekocht in Cuijk. De verkopers woonden er zelf niet op. Ze hebben het vier jaar gehad en toen is de man overleden. Het werd voor haar een beetje te heftig om het te onderhouden. Vervolgens hebben wij een schipper ingehuurd om het schip naar Rotterdam te varen. Hij heeft ons in korte tijd heel veel geleerd. Martin had zijn vaarbewijs al. Maar de schipper heeft hem wel echt goed uitgelegd hoe hij met dit schip moet varen. Mij heeft hij geleerd hoe ik met de trossen moet omgaan. De eerste keer met z’n tweeën voeren vond ik wel heel erg spannend. Inmiddels kan ik zelf ook varen. Aanleggen doet Martin. Maar als we naar de Maas gaan, dan vaar ik ook grote stukken.’

Een VIP-schip

De wasbakjes uit de Rijkswaterstaattijd zijn behouden gebleven.

‘De historie van het schip is bijzonder. De D.G. Harmsen is een voormalig Rijkswaterstaatschip van 27,50 meter. Die schepen werden vaak genoemd naar iemand die een hoge positie had gehad bij Rijkswaterstaat. Harmsen was zo iemand. Het schip is in 1954 gebouwd in Terneuzen, voor de Deltawerken. Dus net na de Watersnoodramp. Het werd gebruikt om mensen te vervoeren van en naar de Deltawerken. Er waren ook vaak duikers aan boord, die bodemmonsters namen en peilingen deden. Tot 1991 is het van Rijkswaterstaat geweest. Daarna werd het een soort VIP-schip. Beatrix is aan boord geweest en ook minister Hans van Mierlo. Daar zijn foto’s van. Heel bijzonder vind ik dat. Het idee dat wij er nu gewoon op wonen.’

Het stadse leven

‘Onze dochters vonden het in het begin maar niks, dat wilde plan van ons. Maar toen we hier eenmaal lagen, vonden ze het geweldig. Het schip, maar ook de plek midden in Rotterdam. Lekker tussen alle drukte en gezelligheid, dichtbij de restaurantjes. Maar toch ook op ons eigen rustige plekje. We genieten van het leven en de getijden. Op een schip ben je je extra bewust van de elementen. Dat maakt het bijzonder. “Waarom hebben jullie dit niet veel eerder gedaan”, zeggen onze dochters nu. Ze hebben hier overigens ook nog even gewoond. Anne een jaar en Iris drie maanden. Daarna hadden we het rijk alleen. We gaan er ook lekker op uit. Sowieso in de vakanties, dan gaan we altijd met het schip weg. Naar Middelburg bijvoorbeeld en naar Yerseke en via de Oosterschelde naar Burgsluis. Geweldig. Af en toe gaan we een lang weekend naar de Biesbos of Woudrichem. Dat is echt mijn favoriete plekje. Prachtig daar. Dan liggen we aan de Maas en zien we tegelijkertijd de Waal. Het stadse leven vinden wij ook super. We houden van de gezelligheid en genieten van alles wat de stad te bieden heeft. Onze dochters wonen overigens ook in Rotterdam, dus dat is heel gezellig. Hoe goed kun je het treffen?’

Lees het artikel van Sanne van der Most in Schuttevaer (alleen voor abonnees)
Foto’s: ©Foto Sanne van der Most