Musicus wordt scheepsklinker
Scheepsrestaurateur Joram Lehmann woont samen met Karin, dochter en kat op de Amstelbrouwerij XII aan de Scheepmakerskade in Rotterdam. 30 jaar geleden kocht hij het schip en knapte het helemaal op.
‘De Amstelbrouwerij XII is gebouwd voor de bierbrouwerij in 1926’, vertelt Joram. ‘Ze hadden behoorlijk wat schepen die allemaal genummerd waren. Amstelbrouwerij X ligt hier ook in de haven. Dat schip is identiek aan het onze. Best bijzonder dat twee schepen die uit Amsterdam komen en voor Amstel voeren nu allebei hier in Rotterdam liggen. En het wordt nog gekker, want ook het schip dat oorspronkelijk Amstelbrouwerij IV heette, en nu Luxor, ligt hier heel dichtbij.’
‘We wonen hier nu bijna dertig jaar op onze Amstelbrouwerij XII. Het was ons eerste schip en het was meteen raak. Ik studeerde nog toen ik dit schip kocht. Het was een wrak en ik had niet veel geld. Ik dacht, dat timmer ik even in en dan heb ik een woning. Niet gehinderd door ervaring of welke vorm van kennis en kunde dan ook. Maar dat bleek toch wel een tienjarenproject te zijn. Het schip was omgebouwd tot kraanschip en de kraan was er vanaf gehaald. Ik heb eerst het casco moeten restaureren. Heel veel van wat je nu aan het schip ziet, heb ik nieuw gemaakt en weer teruggebracht in z’n oorspronkelijke staat.’
Varen met een spits
‘De Amstelbrouwerij XII kocht ik in Lemmer maar ik heb hem naar Rotterdam gevaren, waar ik toen ook al woonde. Van varen wist ik gelukkig al wel het een en ander. Ik had een vriend die voer zand en grind met een spits. Mijn schip is ook 30 meter dus dat komt redelijk op hetzelfde neer. Ik kon er vrij snel mee uit de voeten. Samen met een kennis uit de haven heb ik het voor elkaar gekregen het schip hierheen te krijgen en aan de slag te gaan met een restauratieplan. Hier in de haven – voornamelijk de Oudehaven, de Wijnhaven en de werf de Koningspoort- draaide alles om restaureren. Schepen werden daar echt behoorlijk voortvarend gerestaureerd, dat is wat je daar deed. En ik ben er in meegezogen. Zonder dat ik wist waar ik aan begon. Ik had echt geen idee.’
Van oorsprong muzikant
‘Ik vond het wel heel leuk om te doen en ik ben redelijk handig. Ik heb het mezelf aangeleerd. Het lassen en later ook het klinken. Ik werd er op een gegeven moment wel echt bedreven in en toen ben ik het ook bij de buren gaan doen. Van lieverlee is het ook mijn vak geworden. Vanuit mijn werkschip de Madrigale, in de Wijnhaven werk ik nu als Scheepsrestaurator, met als specialisatie klinken. Heel iets anders dan waar ik voor studeerde. Ik heb conservatorium gedaan en van oorsprong was ik muzikant. Ik studeerde cello. Muziek maken doe ik nog wel maar puur voor mezelf’.
‘Wij hebben weer iets terug hebben gebracht wat eigenlijk verdwenen was. Er zijn heel wat mensen die dat interessant vinden en daar waarde aan hechten. Die komen bij mij terecht. Op een gegeven moment was er een restauratieproject op de werf, de Koningspoort. Dat was een stevenaak, de Helena uit ongeveer 1885. Een groot project waar ik aan ben gaan meewerken. Best uniek was dat. Wij waren de eerste in Nederland die op zo’n grote schaal klinkwerk deden. Op de Helena hebben we echt nauwelijks iets gelast.’
Rooskleuriger
‘Dertig jaar geleden kocht ik het schip in mijn eentje. Kort daarna leerde ik Karin kennen. Zij is er dus vanaf vrijwel het begin bij. In eerste instantie heb ik haar er natuurlijk een beetje ingeluisd, haha. Het verhaal was dat ik op een jacht woonde. Dat het een grote kale ijzeren bak was, zag ze later pas. Misschien zag ik het zelf ook wat rooskleuriger dan het was. Maar ze vond het leuk en ze is gebleven.’
‘We zijn getrouwd en het schip is van ons allebei. We hebben twee dochters. De oudste is 20, die woont inmiddels op kamers, en de jongste is 16. Zij zijn allebei op het schip geboren en ze hebben er altijd gewoond. Natuurlijk weten ze dat het bijzonder is. Wie woont er nu op een schip? Er gingen ook altijd vriendjes en vriendinnetjes mee. Maar tegelijkertijd weten ze niet beter. En wij inmiddels ook niet.’
Varen maakt alle gedoe weer goed
‘Natuurlijk is het mooi, wonen op een schip. Maar het is soms ook afzien. In de winter valt het wel mee als je goed kunt stoken. Maar in de zomer is het vaak te warm. Er is ook enorm veel onderhoud en veel werk. Een schip is natuurlijk nooit helemaal klaar. Er is altijd wat te doen en er is veel gedoe en gezeik. Maar wij vinden varen leuk en dat moet het allemaal weer goed maken. We gaan veel met het schip op pad. Alles rond België, Noord-Frankrijk, Lille, de Maas op tot aan Dinant en heel Nederland. Dat maakt het bijzonder.’
Lees het originele verhaal van Sanne van der Most in Schuttevaer (alleen voor abonnees)
Foto’s: ©Sanne van der Most

