Nieuws

Schippers van weleer: Jan Garrer, 67

Studentenschippers. Zo werden de flierefluiters op de Amsterdamse schippersbeurs genoemd. Jongens die alleen in de zomermaanden voeren en met een oud nummer de beste reizen opeisten. Jan zou er één van zijn. Maar toen de zomer over was, bleef hij. ‘Moet jij niet studeren?’, werd hem gevraagd. Hij antwoordde: ‘Júllie zijn mijn docenten.’ Dat was schrikken voor de beroepsschippers. ‘Weer een collega extra.’

Foto: Met de Atlas keerden Jan Garrer en zijn vrouw terug in de binnenvaart. (Foto collectie familie Garrer)

Een onervaren collega. Want Jan was geen schipperszoon en had nooit als knecht gevaren. Hij begon gewoon, met de klipperaak van zijn vader. Die had het schip gekocht om op te wonen, tijdens grootverlof van zijn buitenlandse baan. Maar dat verlof duurde kort en er zat een beursboekje bij het schip. Dus ging Jan varen. In z’n eentje. ‘Die eerste periode was soms moeilijk, maar ik heb ‘t gered zonder deuken.’ Dat lag bij de studentenschippersvloot anders. ‘Menig klipper was aan het eind van de zomer een tjalkachtige geworden.’ Maar Jan wist hoe de wind waaide: zijn hele jeugd heeft hij zeilend doorgebracht.

Lees het uitgebreide artikel op de site van Corine Nijenhuis