Stockholmer teer: niet meer voor doe-het-zelvers
Stockholmer teer was wijd en zijd bekend in de tijd van houten schepen en ijzeren mannen. Het werd overal voor gebruikt: conserveringsmiddel, brandstof en kleefstof. Maar ook voor het dichten van naden, smaakversterker en medicijn.
Tegenwoordig zijn voor al deze toepassingen betere middelen gekomen die de Stockholmer teer uit de winkelschappen hebben verdreven. Om te beschrijven wat Stockholmer teer is, is het belangrijk te weten wat teer eigenlijk is. Teer bestaat in drie vormen, houtteer, koolteer en olieteer. Stockholmer teer is de houtteer-variant en deze substantie bestaat al heel lang, namelijk sinds de midden-steentijd. Ook de oude Egyptenaren kenden al houtteer om mummies te balsemen. Het is daarmee de oudste kunststof die door mensen is gemaakt. Beroemd werd houtteer doordat de Vikingen het gebruikten om de naden in de beplanking van hun Drakar-schepen te verlijmen en waterdicht te maken.
Fabricage
De fabricage is niet moeilijk. Het begint met een flinke stapel hout. Die wordt tot zo’n 250 graden Celsius verhit. Dit kan op twee manieren. Ofwel wordt het hout door een externe warmetebron verhit, ofwel wordt het hout zelf aangestoken en het vuurtje op een waakvlamstand gehouden. Belangrijk is in elk geval dat er weinig zuurstof bij de brand komt. Dit proces heet pyrolyse.
Vele stoffen
Bij deze temperatuur en onder deze omstandigheden gaat het hout ontleden. Daarbij komen vele stoffen vrij. Het hars in het hout gaat over in harszuur. Er ontstaan ook vetzuren, methanol, mierenzuur, fenolen, aromaten, zoals benzol, toluol en vele anderen. Daarnaast ontwikkelen zich azijnzuur en diverse alcoholen, parafine en nog veel meer.
In het ontstaansproces zijn de meeste producten gasvormig. Maar worden deze gassen afgekoeld, dan komt er verschil tussen de enigszins vloeibare producten en het houtgas.
Wat er precies ontstaat is in hoge mate afhankelijk van het soort hout dat wordt gebruikt. Over het algemeen is dit loofhout en in het bijzonder levert berkenhout de beste Stockholmer teer op. Naaldhout levert bij pyrolyse aanvullend ook nog terpentijn op. De substantie die na de pyrolyse overblijft wordt pek genoemd. Omdat teer en pek moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden, bestond er lange tijd geen norm voor beide producten. Tegenwoordig is dit verschil vastgelegd in de norm DIN 55946.
Destilleren
Door destillatie zijn deze componenten van de pyrolyse van elkaar te scheiden. In ongescheiden vorm is Stockholmer teer een bruine stroperige prikkelende, naar rook ruikende massa. In een open vat wordt deze massa in de loop der tijd steeds vaster, door indikken en chemische reacties. De kneedbare massa gaat steeds meer naar rookworst en andere vleeswaren ruiken.
Omdat het in verscheidene vormen kan voorkomen, kan Stockholmer teer voor veel doeleinden worden gebruikt. In de scheepsbouw werden de kieren tussen de huidgangen met uitgeplozen hennep of katoen en Stockholmer teer gevuld. Maar ook touwwerk gaat langer mee als het een tijdje in vloeibare Stockholmer teer heeft gelegen. Samen met vetten of bijenwas, werd Stockholmer teer ook als smeermiddel gebruikt. En er werd verf van gemaakt. Minder bekend is dat deze teersoort de basis kan vormen voor cosmetische en medicinale producten, vooral tegen huidaandoeningen. Zij gelden als antiseptisch en schimmelwerend.
Creosoot
Uit Stockholmer teer dat op basis van berkenhout is gewonnen kan een lichte en vloeibare component worden onttrokken die een eigen naam heeft gekregen: creosoot. Creosoot is eeuwenlang gebruikt om hout bestand te maken tegen weersinvloeden, insecten en schimmels. Daartoe werd ruwhout een tijd lang in een bad creosoot gedompeld, totdat het hout hiervan volledig was doordrongen. Het behandelde hout was herkenbaar aan de donkere, bijna zwarte kleur en prikkelende reuk die na verloop van tijd verdween. Het was de meest gebruikte manier om schuttingen of steigers, maar ook zeilen en visnetten te beschermen.
Kankerverwekkend
Tegenwoordig gebeurt dit nog zelden op deze manier. Er zijn aanwijzingen dat in het mengsel van Stockholmer teer ook kankerverwekkende stoffen aanwezig zijn, wat bij dierproeven naar voren is gekomen. Stockholmer teer en creosoot zijn daardoor gedeeltelijk in de ban gedaan. Deze producten zijn niet geheel en al verboden, maar alleen nog beschikbaar voor de vakhandel. Stockholmer teer en creosoot zijn dus niet meer door de doe-het-zelver te gebruiken en daardoor goeddeels verdwenen.
Lees het artikel van Jaap Gestman-Geradts in Schuttevaer (alleen voor abonnees)
Foto: Kombuispraat