Werkboek registratie varend erfgoed uitgebracht
Al sinds de eerste versie (2015) van het Register Varend Erfgoed Nederland (RVEN) zijn regels opgesteld voor de registratie. Die zijn vaak aangepast en verbeterd, en nu voor het eerst vastgelegd in een handzaam werkboek.
De Registercommissie van de FVEN heeft ruim een jaar gedaan over de opstelling van het ‘Werkboek Registratie’. In maart 2024 is een inhoudsopgave en het eerste hoofdstuk besproken, op 22 april 2025 is het werkboek door de Registercommissie vastgesteld. De goedkeuring door het Algemeen Bestuur van de FVEN volgde op 21 oktober 2025.
Belangrijkste kenmerken van het werkboek
- Het werkboek beschrijft in 16 pagina’s wat we registreren (en wat niet!), waarom we dat doen, hoe we dat doen, wie daarbij zijn betrokken en wat hun verantwoordelijkheden en taken zijn. Het bundelt de definities, criteria, regelingen en werkwijzen van de registratie op één plaats.
- Door de bundeling van de teksten en de besprekingen in de RC zijn de beschrijvingen verhelderd en op elkaar afgestemd. Dit betreft onder meer:
- de beschrijving van de betrokkenen in de registratie (vaartuigeigenaren, behoudsorganisaties, Registercommissie, registerbeheerder, FVEN-AB en -DB, FVEN-Bureau);
- de verdeling van de bevoegdheden en taken tussen deze betrokkenen.
- De definities, criteria, regelingen en werkwijzen in het werkboek zijn afgestemd op de FVEN-statuten en op de Europese regelgeving. Deze afstemming betreft met name:
- de begrippen ‘Varend erfgoed’ en ‘Traditionele vaartuigen’ daarbinnen;
- de beschrijving van de ‘Algemene criteria’ voor registratie in het RVEN. Die tekst is thans afgestemd op overeenkomstige Europese definities.
- Het werkboek heeft drie bijlagen: 1) Het Instellingsbesluit Registercommissie FVEN 2022, 2) de ‘eerste behoudsorganisaties’ waarbij vaartuigen zich als eerste dienen aan te sluiten om dubbeltellingen zo veel mogelijk te voorkomen en 3) een overzicht van de aan te leveren velden voor de 3e versie van het RVEN, welk overzicht op enkele plaatsen is geactualiseerd.
- De nieuwe beschrijvingen bieden ook een eerste basis voor een mogelijk in de toekomst te formuleren kwaliteitsmanagement.
Belangrijkste inhoudelijke aanpassingen
- Het domein van het RVEN. Het RVEN registreert nadrukkelijk alleen vaartuigen. ‘Onderdelen’ en ‘Bijbehorende voorwerpen’, die in de FVEN-statuten ook tot het Varend erfgoed worden gerekend, worden niet geregistreerd. Ook de ‘Materiële en immateriële omgeving’ en de ‘Kennis en kunde’ van het Nederlandse maritieme erfgoed worden niet geregistreerd.
- Varend erfgoed. ‘Varend erfgoed’ is nadrukkelijk de overkoepelende term die de categorieën Traditionele vaartuigen, Replica’s daarvan, Museale vaartuigen, Bijzondere vaartuigen, Varende monumenten® en onder bepaalde voorwaarden ook Historische casco’s omvat.
- Waardering. De FVEN beschouwt de categorieën binnen het Varend erfgoed als gelijkwaardig. Dit was al zo, maar dit is in het werkboek nogmaals expliciet uitgesproken. De categorieën verschillen qua karakter van elkaar, op grond van vastgestelde definities en criteria. Maar bijvoorbeeld een Varend monument® is niet ‘waardevoller’ dan bijvoorbeeld een Traditioneel of een Bijzonder vaartuig.
- Bijzondere vaartuigen. Dit zijn vaartuigen die jonger zijn dan 50 jaar maar die toch kunnen worden geregistreerd. De toelating tot deze categorie is verruimd met ‘d) vaartuigen die voornamelijk met materialen en bouwwijzen, vergelijkbaar aan de oorspronkelijke materialen en bouwwijzen, zijn nagebouwd als Traditioneel vaartuig, volgens tekeningen of ontwerpen ouder dan 50 jaar’.
Naar het Werkboek Register (pdf bestand).
Bron: FVEN nieuwsbrief.

