Zompenschippers hebben het nakijken
Vorige week berichtten we over de verontwaardigde zompenschippers, die zich geconfronteerd zien met eisen voor binnenschepen waar zij niet aan kunnen voldoen. Niet iedereen vindt hun ontsteltenis terecht.
‘Tja, die eisen zijn al een poosje bekend, dus dat hadden ze echt wel kunnen weten,’ reageerde een lezer. Onder meer de marifoonverplichting was de zompenschippers in het verkeerde keelgat geschoten. Een zomp is een open boot zonder uitgebreide elektrische installatie, en voor een marifoon is dan ook geen voorziening en weinig plaats. Het examen dat moet worden afgelegd om de marifoon te mogen bedienen steekt echter misschien nog wel het meest. De redactie nam contact op met het CBR, dat de examens afneemt, en de RDI, waar de verplichting oorspronkelijk vandaan komt. Beide instanties wisten echter geen deskundigheid in eigen huis te vinden om hier een uitspraak over te doen. Of er bezwaar mogelijk is, is dan ook niet duidelijk, maar de kans lijkt wel bijzonder klein.
Betalende passagiers
‘We varen alleen op binnenwater waar je verder niks tegenkomt,’ is het argument van de schippers om tegen de verplichting bezwaar te maken. Daar houdt de wet echter geen rekening mee. Of er veel of weinig verkeer is valt achter een bureau niet te voorspellen, en dus wordt een generieke maatregel genomen. Belangrijkste overweging voor de eisen is dan ook niet het vaarwater, maar het gegeven dat de zompen met meer dan 12 betalende passagiers varen.
Wie tegen vergoeding met meer dan 12 mensen buiten de bemanning vaart, heeft een passagiersschip, en dat geldt als een ‘groot schip’. Een passagiersschip kleiner dan 20 meter moet een gele ruit voeren om te tonen dat het een groot schip is. Die neemt echter niet de verplichting weg om aan de eisen te voldoen die voor een schip gelden dat meer dan 12 betalende passagiers vervoert. En die verplichting is niet zo gek als je bedenkt wat er kan gebeuren als het fout gaat, en de schipper is niet geëquipeerd om op de juiste wijze te handelen.
De zompen varen op de Berkel. Doorgaand groot scheepsverkeer is er niet en de kans op het tegenkomen van een horde harde handhavers is dan ook zeer klein. In dat licht is het begrijpelijk dat de zompenschippers zich gepakt voelen, maar dat laat onverlet dat een schipper de kennis en certificaten dient te hebben om met zoveel passagiers te varen: dat is geen kwestie van kansberekening maar van verantwoordelijkheid.
De voor de hand liggende oplossing is dan ook om met minder betalende passagiers te varen, of aan de eisen te voldoen. Als troost mag gelden dat het marifoonexamen niet bepaald een van de moeilijkste is.
Voor dit artikel is dankbaar gebruik gemaakt van de input van Simon J. de Waard.

