AdvertorialScheepsverhalen

Egberdina, verleden en toekomst

Egberdina, het schip dat Wouter van Dusseldorp van 1996 tot 2021 onder zijn hoede had, staat weer te koop. De verbondenheid van de redactie leidde tot een terugblik en nieuwsgierigheid naar de toekomst.

Het verleden, zeilvaart wordt motorvaart

De geschiedenis van de ‘Egberdina’ begint in 1882. In dat jaar werd de ‘Egberdina’ in Ridderkerk gebouwd als zeilvrachtschip voor de Nederlandse rivieren. Vanaf 1929 voer ze als motorvrachtschip en sinds 1988 als zeilpassagiersschip.De Egberdina’ is één van de vijf oudste grote zeilschepen waarmee in Nederland nog wordt gezeild. Het is een platbodem en niet zomaar één, het is een stevenaak. Stevenaken zijn bijzondere schepen. Ze werden gebouwd in een periode waarin voor het eerst ijzeren zeilschepen gebouwd werden. De overgang van houten naar ijzeren zeilschepen in Zuid Nederland begon met de stevenaak. Ze werden maar gedurende een jaar of 15 gebouwd, zodat er tegenwoordig nog maar heel weinig stevenaken zijn.

De eerste vermelding van de  ‘Egberdina’ in het kadaster is op 16 oktober 1905. Het schip heette toen ‘Alberdine’, was groot 132 ton en kreeg het brandmerk “568 Sneek 1905”. We mogen uit de omschrijving aannemen dat de ‘Alberdine’ hier nog een paviljoen-stevenaak is, omdat de woonruimte zich onder het verhoogde achterdek bevond, het zgn. paviljoen.

De eerstvolgende keer dat we de ‘Alberdine’ tegenkomen is op 3 juli 1929. De omschrijving van het schip is nu een ‘motoraakschip’ met stuurhuis en mechanisch voortbewogen door een Grade motor. De ‘Alberdine’ is in 1929 dus al geheel gemotoriseerd en voor die tijd heel modern: een motor in de machinekamer en een stuurhut boven het achterdek. In die tijd voeren de meeste voormalige zeilschepen nog met een opduwer erachter, of met een zijschroef waarbij de motor op het voordek stond en er een lange schroefas langs het schip liep.

Motorschip Albatros

In 1941 koopt Kornelis van der Werf, schipper te Bierum, de ‘Alberdine’. Hij geeft het schip in 1945 de naam ‘Albatros’ en houdt het schip onder deze naam tot januari 1988. Kornelis van der Werf heeft het schip zijn leven lang gehouden. Tot 1986 voer hij er jaarlijks mee in de suikerbietencampagne van de Wieringermeer naar Groningen. In 1988 overleed hij op 71 jarige leeftijd in zijn thuishaven Delfzijl.

Kornelis van der Werf onderhield zijn schip prima. Toen vlak na de oorlog het vlak door slijtage slechter werd nam hij geen halve maatregelen: het hele vlak en de kimmen  werden tot de waterlijn vernieuwd. Dit nieuwe stalen vlak werd op ouderwetse wijze aan de spanten geklonken. Ook de roef werd verbouwd, evenals de stuurhut, die van ‘het beste hout dat er is’ gemaakt werd. Het hele schip was geteerd, het beste behoud voor een ijzeren schip. De teer is zover in het ijzer gedrongen dat bij slijpwerkzaamheden 3 mm dik nog steeds teerresten worden gevonden.

Zeilende dagcharter Egberdina

In 1988 koopt Joop Baayens met zijn vrouw Gaby de ‘Albatros’. Zij veranderen het schip drastisch en brengen het weer in de staat waarin het nu verkeert. Zij zijn de eersten in de zeilende chartervaart die een schip inrichten puur voor dagtochten. Op dat moment varen er enkel schepen met slaapaccommodatie in de chartervaart. De dagtochtenmarkt staat nog in haar kinderschoenen. Zij kiezen voor een nieuwe naam, naar de moeder van Joop Baayens: de ‘Egberdina’.

Joop Baayens is scheepstimmerman èn schipper. Hij gebruikt voor de verbouwing van het interieur het warme iroko-hout dat onder zijn handen een heel bijzondere uitstraling krijgt. Doordat hij het schip voor zichzelf bouwt kan hij veel energie in het timmerwerk stoppen. De massieve paneelbetimmering roept een sfeer op die eerder doet denken aan een klassiek zeiljacht dan aan een traditioneel vrachtschip.

De tuigage wordt getekend door Theo Dokman van TD-Sails. Het schip wordt getuigd als een klassiek jacht: er komt zoveel zeil op te staan dat het bij windkracht 5 moet reven. In vergelijking met andere charterschepen voert de Egberdina veel zeil. Daarom is de overige tuigage (stagen, mast e.d.) extra zwaar uitgevoerd.

De inrichting van de ‘Egberdina’ wordt in de volgende jaren verder bijgeschaafd en aangepast aan de wensen van de gasten. Bovendeks worden aanpassingen gedaan voor het comfort: er wordt een kuip met zitplaatsen gerealiseerd en het dek wordt met teak-hout bekleed. Het silhouet van de stevenaak anno 1882 blijft echter behouden: een schitterend schip met een grote salon onderdeks en een kleine roef achterop verving in een ver verleden het paviljoen. De handzame tuigage van de zeilende vrachtvaarder werd vervangen door een veel grotere tuigage en werd het een snellere zeiler: een schip dat er van buiten uitziet zoals het in 1882 rondvoer.

Vanaf april 1996 heeft Wouter van Dusseldorp als schipper en eigenaar van het schip genoten, en er heel zorgvuldig en met veel respect voor de historie van het schip voor gezorgd tot 2021.

Wat brengt de toekomst voor de Egberdina?

De leeftijd van de ‘Egberdina’, haar uiterlijk en de staat waarin zij verkeert maken haar tot een historisch monument. Het uiterlijk is slechts zeer beperkt aangepast aan de eisen van de moderne passagiersvaart: het silhouet laat nog steeds een schip zien zoals het in 1882 rond had kunnen varen. Het in stand houden van dit bijzonder stuk cultureel erfgoed is bij de huidige eigenaar van de ‘Egberdina’ dan ook een belangrijke doelstelling.

Het schip staat nu te koop bij scheepsmakelaardij Friesland . De redactie hoopt dat de eigenaar een koper weet te vinden die in de geest van Wouter het schip onder zijn of haar hoede wil nemen.

Lees de hele geschiedenis van de Egberdina op www.egberdina.nl
Foto: Scheepsmakelaardij Friesland