Veenkoloniaal dorp ‘zoals Nederland bedoeld was’
Oude Pekela is geen toeristische trekpleister, zoals de Veenkoloniën dat in het algemeen niet zijn. Een bezoeker vindt dat onterecht en schreef een lovend stuk in een eigen blog.
Langs het Pekelderdiep weerspiegelen stille wateren de geschiedenis n van wat ooit een van de drukste turfvaarten van Nederland was. Oude Pekela, een dorp met slechts 7.810 inwoners, strekt zich uit als een perfect bewaard tijdcapsule van 17e-eeuwse veenkoloniale planning. Hier in Oost-Groningen, op nauwelijks 0 meter boven NAP, bevindt zich een van Europa’s best bewaarde lineaire kanaaldorpen – een geheim dat zelfs de meeste Nederlandse toeristen volledig missen.
Verborgen veenkolonie-erfgoed
Anders dan de overvolle grachten van Amsterdam of het toeristische Giethoorn met zijn 519 toeristen per bewoner, ademt Oude Pekela nog de authentieke sfeer van de Nederlandse turfgeschiedenis. Het dorp werd in 1599 gesticht langs een perfect recht kanaal dat bijna 400 jaar later nog steeds het centrum van het gemeenschapsleven vormt.
De typische lage veenkoloniale huizen met hun kenmerkende zadeldaken hebben een bouwstijl die je nergens anders in Europa in deze concentratie ziet. De gebouwen staan allemaal strategisch gepositioneerd langs het kanaal – niet voor toeristische foto’s, maar voor praktische turflogistiek uit vervlogen tijden.
De unieke lineaire structuur van Oude Pekela onderscheidt zich zelfs van andere Nederlandse veendorpen. Net als Godlinze heeft het zijn historische identiteit weten te bewaren, maar Oude Pekela’s planmatige opzet langs het 12 kilometer lange Pekelderdiep biedt een zeldzaam intact voorbeeld van 17e-eeuwse ruimtelijke ordening.
Grote Joodse gemeente
Het dorp ontstond in de 17e eeuw, toen een groep ondernemers van de Friesche Compagnie grote stroken hoogveen aan de Pekel Aa aankocht om turf te winnen. De door de venen kronkelende stroom werd gekanaliseerd tot het Pekelerhoofddiep. Na een conflict met de stad Groningen werden de venen in 1635 aan de Stad verkocht. In de 18e eeuw kwam de scheepvaart op; in 1795 waren hier maar liefst dertien scheepswerven. Van meet af aan telde de gemeente verhoudingsgewijs veel joodse inwoners. Oude Pekela was eeuwenlang het centrum van een grote joodse gemeente. De Tweede Wereldoorlog decimeerde dat aantal tot 12 overlevenden.
Armoe troef
In de loop van de 19de eeuw werd de agrarische industrie dominant. Na de vestiging van een eerste strokartonfabriek in 1875, volgden nog zo’n tien van deze bedrijven. Oost-Groningen veranderde van turfstekersland in het land van de strokartonfabricage. Die hield tot aan de tachtiger jaren van de vorige eeuw stand, maar ging teloor door de opkomst van karton van betere kwaliteit dat elders werd geproduceerd.
De nieuwe industrie betekende niettemin een impuls voor de regionale economie, die door de turfstekerij altijd erg armoedig af had gestoken tegen de rest van het land. Een verhaal dat dat pijnlijk invoelbaar maakt is de verhaallijn over de apotheker Christof Anijs in de roman ‘Publieke werken’ van Thomas Rosenboom.
Levend museum
Wat Oude Pekela bijzonder maakt, is dat het geen openluchtmuseum is maar een levende gemeenschap. De windmolen “De Onrust” uit 1850 draait nog regelmatig voor lokaal gebruik.
De korenmolen heeft een fraaie ligging bij een later aangelegd parkgebied. Aan de nabije Raadhuisstraat bevinden zich het vrij nieuwe raadhuis en een aantal moderne winkel- en bankgebouwen. Aan de F. Clockstraat 139 tot 143 staan het uit 1899 daterende postkantoor in de voor architect C.H. Peters kenmerkende stijl en de voormalige mulo-school met onderwijzerswoning uit 1922 naast elkaar.
Langs beide zijden van het Pekelerhoofddiep ligt een keur aan gebouwen met gevarieerde functies en in verschillende vormen, waarbij de boerderijen voornamelijk bij de oostelijke oever staan. De oudste boerderij is Achterweg 20, een veenkoloniale plaats uit 1784. Van de winkelpanden is het in 1922 in de hoogst zeldzame art deco-stijl gebouwde brede pand W.H. Bosgrastraat 138 opvallend.
De beste manier om Oude Pekela te ervaren is te voet of per fiets langs het Pekelderdiep. Een historische veenwandeling voert langs de meest authentieke delen van het dorp. In de zomer zijn er veenkolonie-markten waar lokale ambachten worden gedemonstreerd.
In een tijd waarin toeristische hotspots steeds voller worden, biedt deze veenkolonie een zeldzame kans om door de tijd te reizen zonder drukte. Iemand noemde het “Nederland zoals het bedoeld was” – een eerbetoon aan de generaties turfstekers die hier hun sporen nalieten in een landschap dat nog steeds zijn verhaal vertelt aan wie bereid is te luisteren.
Bronnen: Journee-mondiale, Geschiedenisbibliotheek Groningen, Groninger Erfgoed.
Beeld: Journee-mondiale.